1. Doe niet alleen lange afstanden
Een goede looptraining bestaat uit een gezonde variatie. Loop daarom geen drie langeafstandslopen per week, want dat werkt blessures in de hand. Beter is om af te wisselen, uiteraard met aandacht voor een langere loop. Als je bijvoorbeeld drie keer per week gaat lopen, kan je ervoor kiezen om een korte maar snelle run in te lassen, een intervalloop en een langeafstandsloop.
2. Matig je tempo
Als je meer kilometers wil afleggen, doe je er goed aan om je tempo wat aan te passen. Bij een minder hoog tempo bespaar je energie en die kan je dan natuurlijk gebruiken om langer te lopen.
3. Stap voor stap
Als je normaal gezien tussen de 5 tot 10 kilometer loopt, moet je niet ineens naar 20 gaan. Ook dit vergroot de kans op blessures. Per trainingssessie leg je best hoogstens 1,5 tot 2 km extra toe aan je vorige aantal.