250 km dwars door Japan

Luc de Jaeger-Braet heeft de Sakura Michi toegevoegd aan zijn palmares en bracht daarmee zijn persoonlijk record langste loop naar 250 km in 33 uur. De ultraloper stuurde volgend verslag in van de wedstrijd dwars door Japan.

Geschiedenis

De Sakura Michi was aan zijn 21ste editie toe. Het is een ultraloopwedstrijd van Nagoya aan de Grote Oceaan naar Kanazawa aan de Japanse Zee. De route doorkruist het eiland in de breedte langs de route 156, de langste buslijn van Japan. De organisatie haalde zijn inspiratie voor deze wedstrijd bij Ryoji Sato, die als conducteur op deze buslijn werkte. Sato kwam op jongere leeftijd op het idee om langs het bustraject kersenbomen te planten, om als hij met pensioen zou gaan de gehele afscheidsrit in de bloemetjes te kunnen rijden. Hij plantte 2.000 bomen langs de weg, maar kon zijn missie niet volbrengen omdat hij vroegtijdig overleed.

De naam van de wedstrijd is dan ook niet toevallig Sakura (Japans voor kersenbloesem) Michi (Japans voor weg). De wedstrijd vindt ook altijd plaats in de bloeitijd van de kerselaars en elke finisher plant een boom bij om het werk van Sato te helpen afmaken.

Wedstrijd

De Sakura Michi start altijd de 3de zaterdag van april in het domein van het kasteel van Nagoya. Om 6u start de eerste groep van 20 deelnemers en om de drie minuten vertrekt een volgende groep. De langzaamste lopers startten het eerst en de toppers vertrokken als laatste. Ikzelf startte in groep 5 om 6u12.

Dit jaar waren er 132 deelnemers, verdeeld over zeven startgroepen. Onder hen 111 Japanners en 21 buitenlanders. Er gelden zeer strenge selectienormen voor niet-Japanners. Ze moeten zich aanmelden met hun loop-CV en krijgen later te horen of ze er al dan niet op ingaan. De enige twee Belgen aan de start waren ultra-ambassadeur Joseph Buteneers en ik. Buteneeers finishte al tweemaal in de Sakura Michi (35u15′ in 2000 en 35u56′ in 2003). De limiettijd is 36 uur, met cut off tijden na 67, 106, 143, 172 en 212 km. De laatste Belgischer finisher voor ons was Leo Van Tichelen in 2004.

Tegenvallers

Al bij de briefing voor de wedstrijd waren er een paar tegenvallers. Aangezien er geen info te vinden is op de website vooraf is dit een kwetsbaar onderdeel. Zo was het niet mogelijk om op alle 50 drankposten iets te laten deponeren. Had ik thuis mijn huiswerk over voeding en kledij voor niks gemaakt en kon ik een nieuwe strategie uitdokteren over 13 posten. Nog een tegenvaller was dat de begeleiders hun atleten nergens mogen helpen. Goodby Magda, Gerda en Willy! Het zou voor mij een echte test worden aangezien mijn crew in de Spartathlon de beste van het land is. Complete zelfvoorziening op een onbekend terrein van 250 km…

Tip: volg een Japanner!

Tijdens het eerste wedstrijdgedeelte loop je de stad Nagoya uit. Het kleine groepje deelnemers lag snel uit elkaar. Er waren maar weinig pijlen en zelfs geen linten of markeringen op de weg. Bovendien was er geen enkele bevestiging meer over lange stroken. Een pijl rechtdoor is dus rechtdoor tot de volgende pijl. Als je die niet vindt, kom je er misschien wel achter dat je verkeerd zit, maar vermoedelijk pas na uren lopen. Toch vormde dit niet echt een probleem aangezien we op de voetpaden langsheen de route 156 liepen, een grote weg steeds in dezelfde richting. Ook de tegenwind was een hulpmiddel om te oriënteren.

De deelnemers zijn gewone weggebruikers en dienen dus ook de verkeersregels te volgen. Auto’s worden nergens tegengehouden en seingevers zijn heel schaars aanwezig. Wel zijn er ontelbare rode lichten, waaraan de Japanners – en wij dus ook maar – onberispelijk gehoorzamen. Een van de tips op de briefing was ‘volg een Japanner’ en dat was het beste wat ik onthouden heb! De limiettijden werden vlot gehaald en na 106 km lag ik een uur voor op schema.

De weg kwijt

Bij post 117 km was het pikdonker en ging het fout voor de Nederlander Leonie Van Den Haak, die met maagproblemen uit de wedstrijd verdween. Hier lag een ongelooflijk steile klim waar ik een eerste schot loste door flink door te stappen. Op de top geen pijlen of verdere weg te zien, maar wel een boerderij. Omdat er nog licht brandde, beldde ik aan bij de boer. Lap, verkeerd gelopen! Na een krachtinspanning van 40 minuten klimmen en met een reserve van maar 1 uur maar snel terug naar beneden.

Lichte paniek! Daar kwam ik gelukkig een van de laatste deelnemers tegen. Terug even post 117 km binnen en dan maar lopen om in de wedstrijd te blijven aan het volgende eliminatiepunt op 143 km. Het bleef duren voor ik opnieuw een deelnemer opraapte. Ik zat dus echt in de staart van de wedstrijd, maar ik leefde nog en had het gevoel dat het nog goed ging komen. Ik had adrenaline op overschot nu, al bleef de angst om niet verkeerd te lopen. Ik slaakte een zucht van opluchting toen ik in de bewoonde wereld terug aansloot bij een aantal lopers. Het bleef wel ongelooflijk donker, met af en toe een tunnel waar ik voor de veiligheid mijn lamp maar aanzette. 

Wagenziek                               

Door de zaklamp kwam al snel het volgend probleem. Ik liep te zweven. Door het schommelen van het licht van de zaklamp werd ik misselijk, vergelijkbaar met het gevoel van wagenziekte. Het lopen zelf werd gevaarlijk en de zin in lopen was weg. Een rampscenario, want dit hou je geen 100 km vol. Lamp dus maar uit en hopen op betere tijden. Met de komst van het ochtendlicht werd het pas echt beter. Ik kon verder vooruit kijken en zat in een mooie streek met zicht op hoge bergketens met sneeuw. Het plezier was er terug en ik zat weer in de top 100. Het hoogtepunt van de wedstrijd volgde: de doortocht in het dorp Shirakawa-Go, werelderfgoed!                                                                                                                      

Alles onder controle

Daarna begonnen vele andere atleten met problemen te kampen. Ze konden geen tempo meer maken en van loopstijl was soms nog maar weinig sprake. Verkramping, scheefstand,… maar niet bij mij. Ik had het gevoel dat alles goed ging komen. Ik bleef mijn positie verbeteren en had een frisse kop. Ik bleef goed eten en drinken, hield zelfs halt op de posten wat zeer on-Grieks is voor mij. Controle en self supporting, de max! Volgde een tunnel van 4 km, nog een 50 tal km te gaan!                                                   

De boom in!

Kanazawa kwam in zicht, een doortocht in een mooi natuurgebied met nog één klim te gaan. De top 50 lijkt haalbaar. Nog 22 km, ongeveer drie uur, doe ik er nog iets mee? Adrenaline genoeg, dus ja. Veel atleten houden halt aan de drankposten, maar ik niet meer. Doorgaan, kerel! Bij het binnenkomen van de stad Kanazawa opnieuw rode lichten tot en met. Met z’n drieën vrede gesloten en beslist om samen aan te komen. Strijdblijl begraven en volg een Japanner! Zoals voorzien staat de aankomstboom in een stadspark. Na 33u05′ sta ik te genieten, te verbroederen, te feesten met twee Japanners. Ik heb de 38ste plaats beet. Nog één ding te doen: in de boom klimmen! Een schitterend moment in het leven. En de crew vastnemen natuurlijk.

Sushi en bier

Op de slotdag was er een ceremonie in Shirotori met de plant-een-kersenboom-actie en aansluitend de huldiging van de winnaars. De finishers kregen een prachtige houten plaquette met naam en tijd ingegrift. De afsluitende staande receptie met sushi en veel Japans bier was super geregeld. Daarna hebben we nog twee dagen in Nagoya verbleven vooraleer een vlucht van meer dan 12 uur te maken. Volgende afspraak: Spartathlon!

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?