1) Je hebt honger.
2) Het is te koud.
3) Het is te warm.
4) Het waait.
5) Het regent.
6) Het sneeuwt.
7) Je had een lange dag.
8) Je bent moe.
9) Je hebt stramme spieren van een vorige training.
10) Je benen voelen zwaar.
11) Je schoenen zijn nat.
12) Je bent bang voor schuurplekken.
13) Je kleren prikken.
14) Je playlist is niet meer up-to-date.
15) Je haar zit vandaag echt goed.
16) Je moet naar het toilet.
17) Je GPS-horloge is niet opgeladen.
18) Je GPS-horloge krijgt geen signaal.
19) Je voelt nu al dat je voor elk verkeerslicht gaat moeten stoppen.
20) Je hebt geen tijd om te lopen én achteraf te douchen.
Zijn je uitvluchten op? Trek dan nu je loopschoenen aan en loop als de bliksem naar buiten.