Volgens een recente studie van wiskundig statistici John Einmahl (Tilburg University) en Yi He (Universiteit van Amsterdam) is het vrijwel uitgesloten dat een mens binnenkort sneller dan 9,49 seconden over de 100 meter zal lopen. Hun onderzoek, gebaseerd op geavanceerde statistische technieken, laat zien dat de huidige wereldrecords al uitzonderlijk zijn en mogelijk nauwelijks nog verbeterd kunnen worden.
In plaats van de trends in wereldrecords te extrapoleren, gebruiken Einmahl en He een methode gebaseerd op ‘heterogene extreme-waardenstatistiek’. Dit statistische model richt zich op de uiterste prestaties binnen een dataset en biedt een robuuste manier om de absolute grenzen van menselijke snelheid te bepalen.
Einmahl: “We analyseerden duizenden prestaties van topatleten tussen 1991 en 2023. Hierbij hebben we niet alleen persoonlijke records, maar meerdere snelle tijden per atleet meegenomen. Zo konden we de dataset aanzienlijk uitbreiden. Het basisidee is dat iedere atleet een theoretisch beste mogelijke tijd heeft. De ultieme wereldrecordtijd wordt vervolgens bepaald als de laagste grens van deze theoretische tijden over alle topatleten.”
Voor mannen schatten Einmahl en He het ultieme wereldrecord op 9,56 seconden. Daarnaast berekenden ze dat 9,49 seconden een conservatieve (95% betrouwbaarheid) ondergrens is. Dit betekent dat het vrijwel uitgesloten is dat een mens binnenkort sneller dan 9,49 seconden zal lopen. Opvallend genoeg ligt dit slechts fracties van een seconde onder het huidige wereldrecord van 9,58 seconden, dat Usain Bolt in 2009 vestigde.
Voor vrouwen wordt het ultieme record geschat op 10,34 seconden, met een conservatieve ondergrens van 10,20 seconden. Dit suggereert dat er nog enige ruimte is om het huidige wereldrecord van 10,49 seconden, gelopen door Florence Griffith Joyner in 1988, te verbeteren. In tegenstelling tot het mannenrecord, dat mogelijk al zeer dicht bij de limiet zit, biedt het vrouwenrecord dus nog enige marge voor verbetering.
He: ‘Onze resultaten bevestigen dat de huidige wereldrecords uitzonderlijk zijn en dat de marges voor verbetering klein zijn, maar dat verbetering mogelijk is. Voor nu lijkt het erop dat Usain Bolt en Florence Griffith Joyner inderdaad grensverleggende atleten waren die dicht bij het absolute maximum van menselijke snelheid presteerden.”