De prestaties van de dames

Halen vrouwen op de lange afstand profijt uit hun hogere vetpercentage? Een vraag waar de auteurs van de 'Het Geheim van Hardlopen'-rubriek mee aan de slag gingen!

Zijn dames relatief beter dan heren op de lange afstand?

Blijkt dit uit de cijfers, komen de prestaties van de dames dichter bij die van de mannen naarmate de afstand toeneemt? Bij het eerdere stukje uit Het Geheim van Hardlopen over de wereldrecords voor mannen en vrouwen zagen we al dat dat niet geldt voor de afstanden van 800 meter tot de marathon. Het verschil op die afstanden bedraagt 13% en is min of meer constant. De machtsfactor in de formule van Pete Riegel, die een indicatie is van het uithoudingsvermogen, is ook vrijwel gelijk.

De wereldrecords op de 100 km

We hebben daarom ook nog eens gekeken naar de wereldrecords op de 100 km, zie de onderstaande tabellen.

We kunnen nu toch enkele interessante conclusies trekken:

1. Het verschil tussen mannen en vrouwen is op de 100 km inderdaad aanzienlijk kleiner, slechts 5% i.p.v. 13%!
2. De berekende VO2 max waarden zijn op de 100 km opmerkelijk lager dan op de andere afstanden. Dit zal enerzijds te maken hebben met het feit dat de 100 km een minder courante afstand is, waardoor de wereldrecords minder scherp staan. Anderzijds is het belang van de vetverbranding bij de 100 km veel groter dan bij de andere afstanden met als gevolg dat de snelheid noodzakelijkerwijs duidelijk minder is.
3. De machtsfactor in de formule van Pete Riegel is voor vrouwen inderdaad een tikkeltje lager dan die voor mannen (1,0905 resp. 1,0961), wanneer de gegevens van de 100 km worden meegenomen, zoals blijkt uit de onderstaande figuur.

En hoe zit het met de invloed van de leeftijd bij de dames?

Is die vergelijkbaar met die bij de mannen? De WMA publiceert op haar website ook de wereldrecords van de dames masters per 5-jaars leeftijdsklassen. Deze zijn in de onderstaande tabel weergegeven.

We zien, net als bij de heren, een gelijkmatig verval met de leeftijd. De vetgedrukte records is de tabel zijn relatief zwak; kennelijk zijn er nog weinig dames op topniveau in de klasse V85.

De afhankelijkheid van de leeftijd is voor de 5.000 meter wat meer in detail weergegeven in onderstaande figuur. Hier zien we duidelijk dat ook bij de dames het prestatieverlies met de leeftijd langzamerhand steeds groter wordt:

– Dames 35-54 jaar hebben een verval van 1 % per jaar, dus iets meer dan de heren (0,8 %)
– Dames 55-74 jaar hebben een verval van 1,6 % per jaar, dus ook iets meer dan de heren (1,1%)
– Dames 75-85 jaar hebben een verval van 2,9 % per jaar, dus iets minder dan de heren (5%)

Het fenomeen Merlene Ottey

Tenslotte tonen we nog een grafiek die laat zien dat individuele wereldtoppers een grote impact kunnen hebben op de statistieken. De wereldrecords op de 100 meter blijken bij de dames namelijk zeer scherp te staan in de leeftijdsklassen tot en met 50 jaar. Het verval is daarbij ook maar 0,5% per jaar. Boven de 50 jaar neemt het verval enorm toe tot 2,6% per jaar!

De verklaring is simpelweg dat de records tot en met 50 jaar alle gevestigd zijn door ‘het fenomeen’ Merlene Ottey. Als zij 55 jaar wordt (in 2015) zal ze waarschijnlijk ook in die klasse het wereldrecord gaan aanscherpen!

Zowel dames als heren kunnen het effect van de leeftijd op hun tijden en hun relatieve prestatie index berekenen met onze calculator op onze website www.hetGeheimvanHardlopen.be. Het boek is nu ook verkrijgbaar als ebook.

Dit artikel werd mogelijk gemaakt door Hans van Dijk en Ron van Megen.

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?