Een van de grootste fouten die veel recreanten maken volgens Koen Naert, is ’te lang lopen’. De Europese marathonkampioen legt uit …
“Een collega bij het brandwondencentrum (waar Naert verpleger was; red.) ging ook een marathon lopen. Op training moest ze volgens haar schema 35 kilometer afleggen, maar daar deed ze 4 à 5 uur over. Ik denk niet dat zoiets zin heeft. Zelf loop ik in mijn hele voorbereiding één keer langer dan twee uur. Ik loop dan 40 kilometer lang zo’n 20 seconden boven mijn marathontempo, en ben ongeveer 2u15′ onderweg. Ik zoek bewust de duur van mijn wedstrijd op, maar een amateur hoeft dat niet te doen, want dan wordt het absurd lang. Bovendien train ik veel, maar ik zit ook een uur per week bij de kinesist, ga naar de masseur, doe allerlei versterkende oefeningen, en kan tussendoor veel rusten. Maar iemand die gaat werken, mag zich niet zo zwaar belasten. In de laatste drie weken doen amateurlopers er vaak nog een schepje bovenop, waardoor het blessurerisico enorm vergroot.”
Wat raadde je je collega dan aan qua maximumafstand?
“Ik durf daar geen afstand op te plakken, maar een goed principe lijkt me dat je niet helemaal verzadigd naar je marathon mag gaan. De laatste twee weken moet je jezelf niet meer uitputten, dan moet je net honger kweken om te lopen.”
Meer tips van Koen lees je in ons novembernummer (nu in de winkels) of hier digitaal.
