Kinesitherapeut David Bombeke gaf in een vorige uitgave van running.be magazine meer duiding over de stressfractuur.
Wat is een stressfractuur?
“Een stressfractuur is een niet-complete breuk. Noem het een mini-fractuur in het bot ten gevolge van herhaalde (over)belasting. Deze blessure ontstaat door repetitieve belasting. In de praktijk zien we dat een stressfractuur vooral voorkomt in sporten met hoge impact, zoals sprinten, lopen of springen. Vijftig procent van de stressfracturen komt voor ter hoogte van het scheenbeen. Ook het kuitbeen, de middenvoetsbeentjes en de voetwortelbeentjes, blijven niet gespaard. De atletiek wordt het meest geplaagd door stressfracturen. Ook wie voetbal, tennis of basketbal beoefent, krijgt er door het vele lopen en springen weleens mee te maken.”
Hoe stel je de diagnose?
“De diagnose van een stressfractuur wordt gesteld aan de hand van het verhaal van de patiënt en via klinisch onderzoek. Het is vaak een herkenbaar verhaal. De atleet krijgt pijn ter hoogte van het bot, meestal tijdens of na een intense trainingsperiode. Het gaat dikwijls om stekende pijn, die vrij snel opkomt tijdens belasting. Er zijn ook een aantal stressfracturen die moeilijk te herkennen zijn, aan het schaambeen of het dijbeen, bijvoorbeeld. Bij twijfel is het raadzaam om een botscan, SPECT-scan (met radioactief gelabelde stoffen, red.) of MRI te laten nemen. Een klassieke RX toont meestal geen stressfractuur aan.”
Welke behandeling raad je aan?
“Ik kies voor relatieve rust en een aanpassing van de schokbelasting. Een gips kan aangewezen zijn. Je kunt schokbelasting ook vermijden met aquajoggen, zwemmen of de Anti-Gravity Treadmill. Op zo’n anti-zwaartekracht-loopband wordt de loper opgelift, waardoor zijn lichaamsgewicht en de belasting op zijn gestel verminderen. In een volgende fase van de revalidatie schakelt de patiënt over op fietsen of trainingen op de crosstrainer. Alvorens weer te lopen, raad ik aan om eerst de kracht en plyometrie, dus de sprongkracht, weer op te bouwen. Bij plyometrie schenk je vooral aandacht aan techniek. Vaak ligt een fout looppatroon aan de basis van stressfracturen.”
Hoe vermijd je dat het tot een revalidatie komt?
“Zorg voor goed schoeisel, let op met veelvuldig trainen op spikes, optimaliseer je looptechniek en je sprongtechniek, en verwerk core stability training in je loopschema. Als loper moet je continu aan een goede alignment werken. Dat wil zeggen de juiste positie van de voet ten opzichte van de knie en van de knie ten opzichte van de heup en het bekken.”