De Portugees Cristiano Ronaldo haalt met 33,6 km/u de hoogste topsnelheid. (foto belga)

Wetenschappelijke publicaties tonen aan dat voetballers in de laatste 20 jaar een steeds grotere afstand afleggen tijdens een wedstrijd. Het eerste onderzoek hierover werd mid jaren ’70 uitgevoerd bij de Engelse eersteklasser Everton FC. Daaruit bleek dat de spelers toen in 90 minuten gemiddeld 8,8 km aflegden.

Dankzij de technologie kunnen we de afstand van de spelers nu heel wat nauwkeuriger bepalen. Recent onderzoek uit de Premier League wees uit dat veldspelers tegenwoordig op elke positie gemiddeld meer dan 10 km afleggen. Middenvelders en flankspelers zijn de grootste kilometervreters, centrale verdedigers lopen het minst. 

25% van de afstand wordt wandelend afgelegd, 37% joggend, 20% lopend, 11% spurtend en 7% achteruit stappend. Opvallend: de gemiddelde speler legt in totaal slechts 200 meter met de bal af.

De doelman is uiteraard een geval apart. Hij legt in totaal ongeveer 4 km af, waarvan 34% wandelend, 27% joggend, 13% joggend, 1% spurtend en 25% achteruit lopend.

CRISTIANO RONALDO SPURT SNELST
 
Het Duitse weekblad Der Spiegel ging op zoek naar de snelste Europese voetballer en kwam op basis van een ingewikkelde technologische test tot de vaststelling dat dat Cristiano Ronaldo is. De Portugees haalt een topsnelheid van 33,6 kilometer per uur. Dat is overigens nog ruim tien kilometer per uur minder dan topsprinter Usain Bolt kan halen.

De tweede plaats in het onderzoek was weggelegd voor de Nederlander Arjen Robben, die 32,9 kilometer per uur kan halen. De Engelsen Theo Walcott (32,7) en Wayne Rooney (32,6) en de Nederlander Robin van Persie (32,1) maken de top vijf compleet.