Hoe beïnvloedt suikerconsumptie het risico op hart- en vaatziekten? Dat was de insteek van het grootschalige onderzoek van de wetenschappers van de Universiteit van Lund. De onderzoekers onderscheidden in hun studie drie soorten suikerconsumptie: toppings zoals honing, lekkernijen zoals een gebakje en gezoete dranken zoals frisdranken.
Conclusie: het drinken van gezoete dranken is slechter voor je gezondheid dan elke andere vorm van suiker. “Vloeibare suikers, die in gezoete dranken zitten, zorgen doorgaans voor minder verzadiging dan vaste vormen. Ze zorgen ervoor dat je je minder vol voelt, wat mogelijk leidt tot overconsumptie”, verklaart hoofdonderzoekster Suzanne Janzi op wetenschapswebsite Frontiers.
Een zoet gebakje eten is dus minder schadelijk voor je gezondheid dan frisdrank drinken. Janzi zegt dat de context hier wellicht van groot belang is. “Lekkernijen worden vaak gegeten in sociale situaties of bij speciale gelegenheden, terwijl gezoete dranken mogelijk vaker worden geconsumeerd.”
Nog een opvallende vaststelling uit het Zweedse onderzoek: de hoogste risico’s op hart- en vaatziekten deden zich voor in de laagste innamecategorie voor lekkernijen. Met andere woorden: af en toe een zoet gebakje eten wordt geassocieerd met betere gezondheidsresultaten dan helemaal geen lekkernijen consumeren.
“Wie heel weinig suiker consumeert, volgt mogelijk een heel strikt dieet of beperkt zijn suikerinname vanwege reeds bestaande gezondheidsproblemen”, zegt Janzi. “Maar ons onderzoek kan op dat vlak geen causaliteit vaststellen. Onze bevindingen suggereren dat extreem lage suikerinname mogelijk niet noodzakelijk of gunstig is voor je cardiovasculaire gezondheid.”
Meer onderzoek is nodig om de mechanismen te begrijpen die van tel zijn bij de verschillende effecten van verschillende soorten suikerconsumptie.
Ligt het aan de fika?
Mogelijk speelt er ook een demografische en culturele factor. “Onze bevindingen zijn gebaseerd op een Zweedse populatie, die mogelijk eetgewoonten en levensstijlfactoren heeft die verschillen van die van andere populaties”, aldus Janzi.
“Bijzonder relevant in deze context is de sociale gewoonte van ‘fika’ – regelmatige koffie- en gebakpauzes die diepgeworteld zijn in de Zweedse cultuur. Deze resultaten zijn mogelijk niet direct te vertalen naar andere populaties met andere eetculturen”, waarschuwt Janzi.