Wat maakt superschoenen nu zo super? (Interview met wetenschapper Wouter Hoogkamer)

De Nederlander Wouter Hoogkamer is bekend om zijn onderzoek naar de revolutionaire Nike Vaporfly. Running.be magazine zocht hem op voor een gesprek over de spraakmakende 'superschoenen'.
4% efficiënter 
Voor het testen van een nieuwe, revolutionaire loopschoen klopte Nike in 2015 aan bij het Locomotion Lab van de universiteit van Colorado in Boulder, waar Wouter Hoogkamer op dat moment aan een postdoc begon. Hoogkamer studeerde eerder in Delft en in Amsterdam, behaalde zijn doctoraat in Leuven en is nu assistent-professor op het departement kinesiologie aan de universiteit van Massachusetts in Amherst. In 2019 ontving hij de Young Scientist Award van de American Society of Biomechanics. 
Hoogkamer onderzocht in zijn postdoc het prototype van de schoen waarmee Eliud Kipchoge in 2016 in Rio de Janeiro de olympische marathon zou winnen. Dat model lag aan de basis van de latere Nike Vaporfly. Eind 2017 publiceerde Hoogkamer de resultaten van zijn studie. Hij kwam tot de bevinding dat de loopefficiëntie bij het dragen van Nike’s prototype verbetert met een ongeziene 4%. Na de publicatie van Hoogkamers studie voegde Nike de ‘4%’ toe aan de officiële benaming van de Vaporfly. De legendarische Nike Vaporfly 4% was geboren. 
Carbon als geheim wapen? 
Op 12 oktober 2019 dook Eliud Kipchoge met de nieuwste Nike Vaporfly’s aan zijn voeten als eerste atleet ooit onder de 2 uur op een marathon. De Keniaan liep een fenomenale tijd van 1:59:40 in de straten van Wenen. Achter dit Breaking2-project van Nike ging natuurlijk meer wetenschappelijke voorbereiding schuil dan alleen de studies met schoenen. Het parcours was zorgvuldig uitgekiend en had een perfecte hellingsgraad, met zo weinig mogelijk bochten. Ook had Kipchoge een legertje aan pacers die hem uit de wind hielden. Toch waren de schoenen de blikvanger en zorgden ze voor heel wat sensatie en speculatie, vooral met betrekking tot de ingebouwde carbonplaat
Andere schoenmerken brachten gehaast hun carbonmodel voor het grote publiek op de markt, maar is het wel de carbonplaat die het grote verschil maakt? Met die vraag ging Hoogkamer in zijn lab opnieuw creatief aan de slag. De Nederlander en zijn team stelden de carbonplaat buiten functie door hem over de breedte van de schoen in 7 stukken te zagen en de schoen vervolgens aan een reeks vergelijkende tests te onderwerpen. 
Conclusie? De bijdrage van de carbonplaat was veel kleiner dan gedacht. “Wat de schoenen zo efficiënt maakt, is wellicht niet aan één enkele eigenschap toe te schrijven, maar aan het geheel: een unieke combinatie, waaronder die plaat en de ultralichte, zachte en toch enorm veerkrachtige middenzool“, bevestigt Hoogkamer. “Vroeger betekende een zachtere middenzool meer demping en minder veerkracht. De nieuwe materialen geven meer demping én meer veerkracht, waardoor je langer aan een heel hoge snelheid kan lopen. Dat is volgens mij de factor die het grote verschil maakt.” 
Is ook de recreatieve loper, die geen marathon in 2 uur loopt, gebaat bij dit soort superschoenen? Dit en meer lees je in onze schoenenspecial van het maartnummer. Je krijgt er bovendien een uitgebreid overzicht van 50 schoenen, aangevuld met deskundig advies van de adviseurs van Runners’ lab om jouw ideale loopschoen te vinden. Het maartnummer is nu verkrijgbaar in de supermarkt, Standaard Boekhandel, dagbladhandels en hier online. Of lees het artikel digitaal via Blendle.

Null 

Foto credit: Lisa Beth Anderson

Like this article? Share it!

Misschien vind je deze ook interessant?