1. Koop je loopschoenen het liefst na de middag. Je voeten zetten in de loop van de dag nog een beetje uit.
2. Neem je vertrouwde loopkousen (en steunzolen) mee naar de winkel. Alleen zo voel je of de schoen perfect past.
3. Staar je niet blind op jouw schoenmaat, want elk loopmerk kan anders uitvallen. Kijk vooral naar de ruimte die je overhebt.
4. Zorg dat er zeker één centimeter extra ruimte is tussen je langste teen en de schoenrand. Dat meet je makkelijk zelf: haal de binnenzool uit de schoen en ga erop staan. Voor je langste teen moet er nog één centimeter plaats zijn, of een vinger extra.
5. Kijk goed of er nergens op de loopschoen irriterende stiksels of naden aanwezig zijn. Die kunnen makkelijk voor wrijving en blaren zorgen.
6. Let erop dat de hielomsluiting stevig is. De schoen moet alleen buigzaam zijn ter hoogte van de voorvoet (de grote teen).
7. Loopschoenen koop je niet in twee minuten. Wandel in de winkel een tijdje op de schoenen rond.
